Permacultuur is in feite een ontwerpwetenschap, gebaseerd op ecologische principes. Er zijn twaalf ontwerpprincipes benoemt door David Holmgren, mede-grondlegger van permacultuur naast Bill Mollison. Over deze ontwerpprincipes is al veel geschreven en ze worden toegepast in kleine en grootschalige agrarische permacultuurboerderijen. Maar hoe kijkt een permaculturist naar het leven in een stad en kunnen de permacultuur ontwerpprincipes ook daar toegepast worden?
Stadse problemen
De stad is voor veel mensen de handigste plek om te wonen, dicht bij werk en vermaak. Maar de grote hoeveelheden steen en beton zorgen ook voor problemen. Zo worden steden steeds vaker hitte-eilanden, waar de temperaturen vaak nog hoger liggen. Het ontwerpprincipe vang en sla energie op slaat in dit geval dus door. Een stad met te veel steen is eigenlijk dus, met een permacultuurbril op, een slecht ontwerp. Een buurt die is ontworpen met veel bomen en ander groen helpt steden koel te blijven. Als dat ook nog fruit- en notenbomen zijn hebben ze een dubbele functie.
Produceer geen afval
Dit ontwerpprincipe wordt natuurlijk op grote schaal geschonden in de stad. De meeste gemeenten stimuleren recycling, waardoor afval vaker hergebruikt kan worden. Toch zijn de hoeveelheden afval, en alle verkeersbewegingen die nodig zijn om het af te voeren (en in eerste instantie al aan te leveren) enorm. Een stad als Utrecht had in het verleden veel kortere aanvoerslijnen van bijvoorbeeld voedsel. Direct langs de randen van de stad waren boeren actief en het geproduceerde voedsel werd over water naar de stad getransporteerd. Nu worden langs de randen van de steden enorme distributiecentra gebouwd en rijden de vrachtwagens van de grote supermarktketens door de straat om aan de deur te leveren.
Het ontwerp van huizen, buurten en steden is toe aan een herziening. Het ontwerpprincipe ontwerp van patronen naar details zou stedenontwikkelaars kunnen helpen de stad en al haar functies anders in te richten. Ook al lijkt voedselproductie in of nabij de stad tegenwoordig misschien minder logisch, het principe gebruik randen en waardeer het marginale leert ons dat met een goed ontwerp er juist iets groots kan ontstaan uit het kleine. En het hoeft niet in korte tijd plaats te vinden, want zo werkt de natuur doorgaans ook niet. Dit is terug te zien in het ontwerpprincipe gebruik kleine en trage oplossingen.
Netwerken van zeer diverse mensen
Een ander ontwerpprincipe is gebruik en waardeer diversiteit. De vele groepen mensen met allerlei kennis en vaardigheden die elkaar ontmoeten in de stad kunnen goed gebruik maken van elkaars sterke punten en bijstaan op de zwakke punten. Denk aan de handige buur die een dakgoot repareert en meteen een regenton plaats in ruil voor een zelfgebakken appeltaart met appels uit de moestuin. Juist in een stad is deze diversiteit op veel plekken te vinden, al is het niet altijd ecologische diversiteit.
Al deze voorbeelden wijzen op de vele mogelijkheden om de ontwerpprincipes in een stedelijke omgeving toe te passen. Ik ben door de cursus permacultuur heel anders gaan kijken naar en denken over het leven in de stad en ben mogelijkheden gaan zien die anderen ontgaan. Een cursus permacultuur helpt mensen om van hun huis, tuin, buurt en stad een fijnere en gezondere plek te maken om te leven.